De maximale huurverhoging is afhankelijk van de inflatie in combinatie met het inkomen van de huurder. Er geldt een maximaal verhogingspercentage van de basishuur van 4%. Om de doorstroming te bevorderen, is voor huishoudens met een inkomen boven € 34.085,- een hogere huurverhoging toegestaan.
Voor huishoudens met een inkomen tot en met € 34.085,- is de maximale verhoging van de basishuur per 1 juli 2014 gelijk aan het inflatiepercentage over 2013, vermeerderd met 1,5 procentpunt, te weten 4%.
Voor huishoudens met een inkomen boven € 34.085, maar niet boven € 43.602,-, wordt per 1 juli 2014 een maximale huurstijging van inflatie plus 2% toegestaan, te weten 4,5%.
Voor huishoudens met een inkomen boven € 43.602,- wordt per 1 juli 2014 een maximale huurstijging van inflatie plus 4 procentpunt toegestaan, te weten 6,5%.
Deze maximale huurverhogingen gelden niet voor zogeheten geliberaliseerde huurovereenkomsten. Het gaat hierbij om huurovereenkomsten waarvan de overeengekomen huur op de ingangsdatum boven de op dat moment geldende huurliberalisatiegrens lag.
De huurliberalisatie geldt voor huurovereenkomsten die op of na 1 juli 1994 zijn ingegaan, met uitzondering van huurovereenkomsten waarop de interim-huurliberalisatiemaatregel van toepassing was. Onder deze maatregel, van kracht van 1 juli 1989 tot 1 juli 1994, vallen huurovereenkomsten met betrekking tot zelfstandige woningen die voor het eerst of op of na 1 juli 1989 werden bewoond.
Met andere woorden: alle huurovereenkomsten die zijn ingegaan voor 1 juli 1989 zijn, ongeacht de hoogte van de aanvangshuur, niet-geliberaliseerd. Hetzelfde geldt voor huurovereenkomsten die zijn ingegaan voor 1 juli 1994 met betrekking tot woningen die op de ingangsdatum niet voor het eerst werden bewoond.